December 1996
"Lifeline" is een organisatie die via de telefoon hulp wil bieden aan mensen in nood die er behoefte aan hebben eens met iemand te praten. Of in dit stuk alle (vrijwillige) "medewerkers" van lifeline even competent zijn, is een andere vraag.
"Lifeline" is echter vooral het verhaal van Marie-Jeanne. Je zou inderdaad kunnen zeggen dat zij "in nood" is en behoefte heeft aan een bemoedigend steuntje in de rug, want ze is nu al maandenlang ziek en bedlegerig en diep in haar binnenste denkt zij dat het met haar afgelopen is. Maar haar familie zwijgt dat ze zweet, op bevel van Agnes, de schoondochter. "De gendarm", zegt Marie-Jeanne.
Dit stuk is dan ook het verhaal van haar moeizaam achterhalen, aanvaarden en uiteindelijk ook overwinnen van de waarheid. Daar speelt "Lifeline" ook zijn rolletje in. Weliswaar niet op de manier die je zou mogen verwachten, maar toch.
Een triestig stuk? Dan ken je Marie-Jeanne nog niet goed. De Antwerpse uitdrukking "optimist tot in de kist" is voor de volle 100% letterlijk op haar van toepassing. Haar humor is onverwoestbaar, net zoals zij zelf, zoals zal blijken. Ze is een zegen voor al wie met haar in aanraking komt: haar familie die ze als een echte vrouwelijke "godfather" domineert en commandeert, haar vrienden, de bezoekers en misschien ook voor de toeschouwers.